Tuesday 24 February 2009

First time out with Spikers


I’ve not done much fishing this winter, but I took advantage of a nice mild spell this weekend and set off down to Birchwood Pool in Shropshire for three days. Temperatures had been very cold leading up to the trip, with Friday showing a great increase to almost 10-degrees. It stayed mild throughout the trip, and several other members also saw a good reason to get out onto the banks and have a go which made it quite tight with only 2½ acres to go at.


Luckily for me, I picked the right area to fish, as well as the right tactics too. Using Dayglo Yellow Juicy Pineapple 14mm pops dipped in the ever-awesome Esterblend 12 I kicked off my trip with a nice plump mirror known as Lumpy at 4pm on the Saturday afternoon. The sun had been very high in the sky and was shining directly onto a nice set of reeds which I had a feeling the carp would be patrolling.


The next day wasn’t so productive or warm, but a day later on the Monday I was into another fish named Flid from the same spot at roughly the same time of the day. It was the same tactics that produced the fish too, offering pops on Spikers connected to size 6 Stronghold’s alongside the PVA Bag Clip System filled with a few broken BYT boilies. This was the first time I’d used the Spikers, and although I lost another fish shortly after landing my second, two on the bank in February proved to be a good first time test for them.
Crowy

Thursday 12 February 2009

IJSVISSEN




Voor het eerst sinds lange tijd hebben we te maken met een echte winter. Met sneeuw, ijs en vrieskou. We zijn afgelopen jaren flink verwend geweest want op de meeste plaatsen viel er het ganse jaar door (ook tijdens de wintermaanden) vis te vangen. Het milde weer lokte meer dan anders vissers naar het water. Datzelfde milde weer deed ook de karpers actiever blijven. De combinatie van meer vissers en actievere karpers resulteerde in nog actievere karpers. Want karpers die voedsel vinden blijven eten, ongeacht de temperatuur.

Echter niet zo dit jaar. Koning Winter is terug van lang weggeweest en dat zullen we geweten hebben. Hij laat zich gelden, strooit met witte vlokken, doet slecht geïsoleerde waterleidingen springen, gijzelt automobilisten en jaagt het energieverbruik de hoogte in. Hij heeft ongetwijfeld aandelen in de petroleumsector en speelt onder één hoedje met de olieindustrie, dat is duidelijk.
De vrieskou houdt Europa nu al sinds december in haar greep. Wateren zitten ingepakt in een ijskleed dat elke confrontatie met de karper verhindert. Deze temperaturen zullen er trouwens voor zorgen dat het een flink stuk langer zal duren alvorens de vissen in beweging komen. Fluitende beetverklikkers zijn in deze contreien dus nog niet voor meteen.

Met al deze wetenswaardigheden in het achterhoofd besloot ik om mijn geluk zuidelijker te gaan beproeven. Rainbow blijft doorgaans gespaard van extreme koude en uit ervaring weet ik dat je er elk moment van het jaar, zelfs in januari, een kans (hoe klein ook) hebt op karper. Martin Locke had tijdens de eerste week van januari drie stekken geboekt en door het uitvallen van iemand met griep rees plots de kans om de Belgische winterse koude voor even achter me te laten en misschien al de eerste karper(s) van 2009 op kant te trekken. Het vooruitzicht aan kromme hengels, een vleugje zon en op zijn minst wat milder weer was te aanlokkelijk om naast me neer te leggen. En zo vertrok ik samen met Dirk van UCP op 2 januari richting Bordeaux.

Januariveertiger
Het is al enige tijd een ambitie om in elke maand van het jaar een veertiger te hebben gevangen. Tot op heden ontbrak enkel nog de eerste maand van het jaar in het lijstje. Nu vis ik weinig tot niet in januari. Eigenlijk is het pas mijn derde januarisessie ooit, dus het is niet onlogisch dat net daar het hiaat zit. Maar deze sessie biedt de mogelijkheid om er verandering in te brengen.

Toen we op 3 januari vanuit de hotelkamer naar buiten staarden en het landschap in een winterse tooi aanschouwden, zakte ook onze innerlijke thermometer een paar graden… Min 7°C…
Echter van zodra we een half uur aan het rijden waren om de laatste 100 km naar het water af te leggen, zagen we het witte, winterse landschap veranderen in een groene versie en klom de temperatuur gestaag. Het is me vaker overkomen. Ondanks het feit dat het slechts een uurtje rijden verwijderd is van Bordeaux, toch heeft Rainbow vaak een ander weertype. Ook nu was het er gemiddeld 10°C graden warmer, dus dat was een meevaller. Al is 3 à 4°C nu ook weer niet meteen van die aard om de zonnebrandolie en de zwembroek uit de reistas te halen.

Er waren in de week voordien 13 vissen gevangen verdeeld over 20 vissers. Geen vetpot, maar er was tenminste kans op vis. De Duitsers die op stek 12 hadden gezeten (de stek die ook wij zouden bevissen) hadden tijdens hun 2 weken durende trip 4 vissen gevangen. Drie 20-ponders en een 21 kg spiegel. Dat is 1 vis/man/week…

De watertemperatuur bedroeg 5°C. Niet meteen van die aard om een massa boilies overboord te kieperen. Ik strooide spaarzaam een tiental Solar mini Secret boilies. Ik kende de stek van eerdere sessies en had een vrij goed beeld in mijn achterhoofd waar ik al dan niet kans maakte op een aanbeet. Ik had het volste vertrouwen in mijn aas. Zeker met deze koude is The Secret een absolute aanrader. Dat bleek trouwens al snel want op zondagmiddag lag de eerste vis al op de mat. Een amper vechtende 17 kg schub werd mijn eerste karper van 2009. Mooie binnenkomer!
Een paar uur later kreeg ik alweer een aanbeet. Dit keer op een hengel in een totaal andere zone. Ook deze vis bood, ondanks zijn gewicht van 18 kg, weinig weerwerk. Niet dat ik daar om maalde. Hoe sneller ze in het net belanden, hoe liever het me is. Het is trouwens typisch dat ze bij dergelijke temperaturen minder vechten, door de koude staat hun metabolisme op een lager pitje. Even later kreeg ook Dirk een aanbeet maar de vis kwam nagenoeg meteen los. Dit ging onverhoopt goed.
De start mocht er alleszins zijn, dat beloofde voor de rest van de week.





Op maandag, iets na de klok van 13h, kwam karper nr 3 aanbellen. Enkele korte bliepen van mijn meest rechtse muziekdoos deed ons luttele ogenblikken later alweer het ruime sop kiezen. Dirk stuurt de boot richting verdwijnpunt van de lijn en ik draai in opperste concentratie strak. Het is dezelfde hengel die gisteren een 17 kg opbracht. Een gerenommeerde stek, zowel ‘s winters als ‘s zomers. Het betreft een opening tussen een strook land die de eilandstek van stek 12/11 afsluit.
De vis zat in eerste instantie schijnbaar ergens achter vast, maar van zodra ik de druk opvoerde kwam ook januarischub nr 3 gezwind naar het net. Een langgerekte torpedoschub van 18,2 kg. Onvoorstelbaar! Er zijn voorlopig slechts vier vissen op het ganse water gevangen. Een Italiaan op stek 8 heeft de jackpot beet in de vorm van een 27 kg schub. Het zal zijn enige vis worden deze week, maar ik had beslist mijn drie willen inruilen voor die van hem, er valt best te leven met één zo’n vis/week, niet?





Gerard en Eino, enkele Nederlanders die op stek 14 zitten, vangen hun eerste Rainbowkarper. Een schub van om en bij de 13,5 kg. Heel opvallend, het zijn weer nagenoeg allemaal schubs. Er zouden gedurende de rest van de week alles samen 11 vissen op kant komen en 9 ervan zouden schubs zijn. En dat terwijl de verhouding schub/spiegel toch 50/50 is. Ik heb het hier ‘s winters eerder meegemaakt. Vermoedelijk zijn schubs ‘s winters toch actiever dan spiegels. Is hun metabolisme net wat anders en heeft koude er net wat minder vat op?

Sneeuwtapijt
Even later vallen ook hier de eerste sneeuwvlokken en ziet het er naar uit dat ook dit meest zuidwestelijk stukje van Frankrijk door de winter wordt ingehaald…

Dinsdagmiddag, alles is wit. Het is koud of wat dacht je? Het levert mooie plaatjes op dat wel, maar we hangen meer boven de kachel in de bivvy dan we achter de hengels zitten. Ik denk dat ik hallucineer van de koude als even na de middag het geluid van een fluitende Delkim over het water klinkt. Mijn Delkim dan nog! Deze jongen vecht in tegenstelling tot zijn voorgangers wel naar behoren en het duurt een volle tien minuten alvorens hij het opgeeft. Een schub (jawel, wat had u anders gedacht?) van net geen 12 kg zal zo meteen voor schitterende sneeuwplaatjes zorgen.





De watertemperatuur is intussen gezakt to 4°C. Denk niet dat ik al ooit een karper heb gevangen bij een dergelijke temperatuur.

Ook Martin en zijn maat vingen vandaag elk een vis. Een twintigponds spiegel en schub. En dat binnen hetzelfde kwartier! Daar zal en zou het voor hen bij blijven, maar dat wisten we toen nog niet.

Het is intussen woensdag en het heeft flink gevroren. Er is ijsvorming in de kant en hier en daar ligt al een baai onder een laagje ijs. Dat belooft weinig goeds. Vanavond draaien we de hengels binnen en worden we door Pascal, de eigenaar, getracteerd op een post nieuwjaarsmaaltijd. Een vast ritueel voor en na nieuwjaar. Pascal geeft drie weken op rij een banket voor zijn vissers. Spijtig genoeg wordt de gezellige avond wat ontsierd door enkele Italianen die het nodig vinden om hun hengels onbeheerd in het water achter te laten. Pascal komt er achter en gooit hen stande pede van het water. Ze druipen met de staart tussen de benen af.

We herbeginnen pas op donderdagochtend met vissen. Door de vrieskou van vannacht was het weinig opportuun om na middernacht nog vier hengels uit te varen. De watertemperatuur bedraagt intussen nog 3°C. Het blijft de ganse dag stil.

Op vrijdagochtend worden we wakker onder een pak ijs. Het water ligt voor 90% dichtgevroren. Al onze lijnen zitten vastgevroren in het ijs. Tot mijn verbazing zie ik dat één van mijn polyballen weg is. De andere drie liggen vast in het ijs. Ik moet dus een aanbeet hebben gehad vannacht. Echter doordat mijn draad vooraan vast zit in het verglaasde water kon ik onmogelijk een beetindicatie krijgen. We doen er zowat 40 minuten over alvorens we genoeg ijs hebben gebroken (met behulp van onze beider boten varen we het ijs in een min of meer rechte lijn stuk) om bij de vastzittende vis te komen. De vogel is helaas al gaan vliegen en zo is de laatste kans op nog een extra vis verspeeld. Aangezien er onder deze omstandigheden niet verder te vissen valt besluiten we maar om in te pakken. Het duurt nog 4h alvorens we alle hengels hebben bevrijd uit hun ijsgevangenis en we vervroegd huiswaarts keren.

Ik heb dan wel geen januariveertiger gevangen, maar ik ben ontzettend tevreden met het resultaat en met de al bij al aparte belevenis!





Alijn Danau

Monday 9 February 2009

Ben jij klaar voor het vroege voorjaar?

Het is zo’n rare periode, die overgang tussen de winter en het échte voorjaar. Meestal zijn de watertemperaturen erg laag en het weer vaak wisselvallig. Dat maakt het vissen in deze periode zo onvoorspelbaar. Ze zijn nochtans te vangen hoor, als je tenminste wat extra aandacht aan je manier van vissen schenkt.

De laatste jaren hou ik in de winter een winterstop. Doorgaans zijn de maanden januari en de eerste helft van februari periodes waarin je mij zelden aan de waterkant zult treffen. De omstandigheden om die periode aan het water door te brengen zijn niet alleen erg slecht, maar de vissen lijken dan echt op non actief te staan. Het is pas vanaf half februari – begin maart dat ik er weer op uit trek. Vroeger, toen ik nog stug de winters doorviste, merkte ik al dat pas na de vele beurzen, begin maart, de zaken weer wat op gang kwamen. Vooral op het Kempisch Kanaal leek het vaak of de karpers deze meetings afwachtten om weer actief te worden.
Ondertussen heeft de “global warming” er voor gezorgd dat we geen echte winters meer kennen (ook geen zomers meer, als ik mag terugblikken op’t voorbije jaar) en we bijgevolg enkele weken vroeger aan de slag kunnen.



Door de klimaatveranderingen is het weer minder standvastig en lijkt enige vorm van consistentie in de heropleving van de natuur langer te duren waardoor de resultaten elk voorjaar weer sterk wisselend zijn. Zeker ondiepe waters blijken lastig als de zon, na een heropleving, weer plaats maakt voor maartse buien en aprilse grillen. Daarom zijn de plaatsen die ik kies om in het vroege voorjaar te bevissen vaak de iets diepere plassen met een behoorlijke populatie aan karpers. Op deze plassen blijft de watertemperatuur langer constant en is minder onderhevig aan plotse temperatuursschommelingen. De ondiepe plassen mogen dan wachten tot ergens eind april of begin mei. Voor velen klinkt bovenstaande misschien onlogisch want vanzelfsprekend is een zachtere periode vangstgewijs sneller merkbaar op een ondiep water, maar omwille van de wispelturigheid van het weer kan de activiteit al zeer snel weer over zijn. Daarom zijn ondiepe plassen in het vroege voorjaar niet echt mijn ding. Voor mij liever watertemperaturen die rustig aan omhoog gaan en langzamer variëren.

Op vele diepere plassen kan op het einde van de herfst en in het begin van de winter, zeg maar tot eind december, goed gevangen worden omdat de diepe waterlagen trager afkoelen. Zodra het water echt koud is, lijkt de activiteit weg te vallen. Echter na enkele weken merk je dat de vissen “wennen” aan de koude en er toch een opleving is wat activiteit betreft. De vissen verblijven vaak langs de taluds waar ze bij wisselende weersomstandigheden naar diepere waterlagen kunnen afzakken waar ze een zekere graad van comfort ervaren. Om te azen komen ze nog wel ondiep. Vanaf eind februari vang ik mijn vissen op minder dan 3 meter diepte, terwijl er toch gauw een meterje of acht te vinden is onderaan het talud.
Je merkt wel dat, afhankelijk van het weer, de vissen niet elke week in dezelfde mate actief zijn en bijgevolg ergens op half water vertoeven. Maar geloof me, ik heb ze op die diepe plassen op amper 1,5 meter diepte gevangen terwijl het sneeuwde en vroor dat het kraakte. Dat was de constante: vrieskou, zonder echte verandering in het weer.


’s Winters kies je best voor waters met een behoorlijke bezetting. Dat geeft een iets grotere garantie op actie. Het is nogal lastig om resultaten te boeken in de periode waarin de vissen het minst actief zijn. Daarom laat je die plaatsen met kleine karperpopulaties best links liggen tot het water daar behoorlijk is opgewarmd en er meer karperactiviteit te bespeuren is. Dat helpt tenminste om de karpers te lokaliseren. Net omwille van dat lokaliseren kies je beter voor die plaatsen met wat meer vissen, dan is de kans veel groter om ligplaatsen te ontdekken en eens een hengel krom te trekken.

Maar er is meer. Voeren helpt ’s winters ook, maar dan enkel als je dat met beleid doet.
Op plaatsen waar het ganse jaar de vissen moddervet gevoerd worden, tot hun boiliebuiken over de bodem slepen, valt de activiteit schijnbaar geheel stil. Wel, ook daar hernemen de vissen hun gewoontes wanneer de temperatuur lang genoeg constant blijft en de vetreserves op raken of deels aangesproken zijn. Als de honger begint te knagen en geen andere karpervissers zo stom zijn om ondoordacht veel te voeren, kan je de vissen aan’t azen krijgen. Hierbij is het steeds weer zoeken naar de ideale hoeveelheid. Dat is de fragiele grens tussen vangen of koukleumen.
Je voert dus beter te weinig dan te veel. Pech dat met deze alinea mogelijk enkele karpervissers geïnspireerd raken en er dit voorjaar weer te veel voer in gaat…
Het is eveneens een kunst om geduld te oefenen en niet te vaak op een aangevoerde stek te gaan vissen. Als je de vissen in de koude periode met je aas vertrouwd wil maken, moet je ze de tijd geven. Het is maar al te gek om telkens elke vis die de voerplek bezoekt er af te vangen. Een goede stek opbouwen heeft in deze koude periode tijd nodig. Hoe meer vissen weten dat er steeds wat voedsel te vinden is, hoe meer vissen terugkeren om hun kostje te vergaren. Wanneer dat dan kan zonder lijnen op de stek of potentieel haakgevaar, win je hun vertrouwen.



Welk aas je gaat gebruiken speelt natuurlijk ook een grote rol. Wat je echt kan missen zijn vette en zware boilies. Persoonlijk kies ik voor een goed verteerbare knikker waarin weinig of geen vismeel en/of oliën verwerkt zijn. Attractiviteit is absoluut te verkiezen tegenover voedingswaarde. Een te “rijke” bol zal gauw voor verzadiging zorgen. Een lichte samenstelling met een combinatie van vogelvoeders, tarwekiemen, biergist en enkele vloeibare en vaste smaakmakers helpen om regelmatig een ijsklomp te begroeten in je net.
Jammer dat veel van onze waters danig verbrasemd zijn dat het gebruik van kleine boilies haast onmogelijk is. Als er niet te veel brasems rondzwemmen zou ik een voorjaar opstarten met 14 mm boilies. Door kleine boilies te voeren bereik je gewoonweg meer karpers met minder gewicht aan voer.
Ook single hookbaits in de vorm van fluoro pop ups kunnen interessant zijn wanneer je ligplaatsen of trekroutes denkt gevonden te hebben. Hoewel deze blitse bolletjes in het voorjaar echte vangers zijn, vind ik een voorzichtig opgezette voercampagne op het einde van de winter veel constanter naar resultaten toe. De fluoro’s worden meestal snowman gevist met enkele losse boilies erbij of blijven in de tas tot de vissen echt rondzwemmen wanneer het voorjaar volledig van start is gegaan.

Naast voeren mag er ook wat meer aandacht aan de gebruikte rigs besteed worden. Omdat de vissen minder bewegen en trager azen, mag het onderlijntje al wat korter en het haakje kleiner. Snel prikkende rigs waaraan langstelige haken met een rechte punt geknoopt zijn, genieten mijn voorkeur. Een haakje zoals de Solar Stronghold Longshank in maatje 8 of 10 zijn prima prikkers in koude omstandigheden.
Bovendien blijkt een snowman aasaanbieding er in ’t vroege voorjaar letterlijk met kop en schouders bovenuit te steken.

Ook wat extra aandacht gaat naar het camoufleren van lijnen nabij de stek. Een los loodje, ook wel pin down lead genoemd door onze engelse collega’s, boven een leadcore of andere leader helpt om de eerste meters lijn na de leadcore tegen de bodem te houden.
Gevlochten lijnen zijn, wanneer ze genoeg zinkend vermogen bezitten, ideaal om elke verplaatsing van het lood weer te geven aan de lichte waker en beetmelder. Door lichte wakers te gebruiken en de lijn niet snaarstrak op te spannen bekom je een betere beetindicatie. Zo weet je tenminste onmiddellijk wanneer je rig verplaatst wordt. Tegenwoordig heb ik de “gatorbraid” van PB op mijn spoelen en kan naar volle tevredenheid zeggen dat deze gevlochten lijn voldoet aan al mijn criteria.

Goede stekken om in deze overgangsperiode te bevissen zijn dikwijls de zones waar veiligheid en comfort het dichtst bij mekaar liggen. Wat bedoel ik hier nu mee?
Zones die een schuilplaats bieden zoals overhangende bomen, dicht bij taluds of diepe rietkragen maar ook smalle doorgangen aan baaien en reservaten zijn niet te negeren . Natuurlijk ligt dit voor elk water verschillend maar doorgaans is deze periode nog te koud om de vissen echt in de uitgestrekte ondiepe zones op te zoeken. Zodra april ten einde loopt is dit wel het geval. Tot het zo ver is en het water nog verder moet opwarmen kies ik dus voor zones van comfort. Soms zijn dit ondiepe beken die met hun opgewarmd water in een plas uitmonden maar ook dan zullen de vissen bij barre weersomstandigheden toch weer de veiligheid van de nabijgelegen taluds opzoeken of onder de holle oevers bij omgevallen bomen gaan liggen.


Als je op helder water de mogelijkheid hebt om lijnen uit te varen, let dan vooral op zuivere plekken onder overhangend struikgewas. Karpers houden hun winterverblijf schoon. Op deze plaatsen zullen geen bladeren of takjes op de bodem liggen! Bladeren die in’t najaar naar de bodem zinken beginnen uiteindelijk te rotten onder water. Dat kan een reden zijn waarom vissen niet houden van zulk “afval” op hun schuilplaats.
Het komt behoorlijk vaak voor dat je het merendeel van de populatie op één bepaalde stek vindt. In zo’n situatie is het vaak dezelfde hengel die “gaat”.
Als het je lukt om zo’n plek te vinden, beleef je gegarandeerd verwarmende momenten tijdens de gure dagen!
Vang ze, en vooral, geniet ervan!

Geert Ooms